Elektrisch rijden wordt steeds populairder gezien de gunstige fiscale wetgeving. Uiteraard dienen deze voertuigen de nodige stroom te laden. Maar hoe zit de terugbetaling van deze laadkosten nu eigenlijk in elkaar?
De fiscale behandeling is verschillend per situatie en verdient dan ook een kleine toelichting per categorie. Check dus eerst onder welke categorie je thuishoort, vooraleer je de verdere opties bekijkt!
Optie 1: Ik laad de wagen thuis of via de werkgever op en dit wordt rechtstreeks aan de werkgever gefactureerd (laadpaal bij het bedrijf of gebruik van laadpas)
Indien het laden van de wagen rechtstreeks wordt gefactureerd en betaald door de vennootschap waarvoor je werkzaam bent, dan is er sprake van een kosteloze verstrekking van elektriciteit.
Concreet houdt dit in dat dit voorzien is in je car policy en dat het voordeel dat je hierdoor krijgt, begrepen is in het forfaitair voordeel alle aard dat wordt aangerekend voor het gebruik van de wagen. Dit voordeel alle aard wordt dan belast via de aangifte personenbelasting of geboekt via de rekening-courant.
Optie 2: Ik voorzie de wagen thuis op eigen kosten van elektriciteit en krijg een terugbetaling van de werkgever.
In dit geval komt de facturatie en de betaling van de elektriciteit bij de werknemer terecht. De werkgever betaalt deze dan geheel of gedeeltelijk terug. In principe is er dan een bijkomend belastbaar voordeel maar indien voldaan is aan een cumulatief aantal voorwaarden, is dit echter niet van toepassing.
Deze voorwaarden zijn als volgt:
Indien je aan alle voorwaarden hebt voldaan, stelt zich echter nog de vraag hoe je die elektriciteitskosten precies moet berekenen.
Om tegemoet te komen aan de administratieve last die deze berekening voor zowel de eigenaar als de gebruiker van de elektrische wagen met zich meebrengt, werd er voor 2025 een (tijdelijke) regeling uitgewerkt. Deze tolerantie houdt concreet in, dan men rekening houdt met een vast bedrag per verbruikt kWh zijnde een specifiek CREG-tarief. Dit tarief wordt bepaald per gewest. Men kan hierbij jaarlijks kiezen of men al dan niet rekening houdt met de woonplaats van de gebruiker van de wagen. Doet men dit niet, dan is het laagste tarief steeds van toepassing. Check hierbij ook steeds of er hierover eventuele afspraken werden gemaakt op sector- of ondernemingsniveau.
Max. vaste tarieven:
1ste kwartaal 2025 | 2de kwartaal 2025 | |
Vlaams Gewest | 28,22 eurocent / kWh | 31,94 eurocent / kWh |
Brussels Hoofdstedelijke Gewest | 32,94 eurocent / kWh | 35,84 eurocent / kWh |
Waals Gewest | 32,56 eurocent / kWh | 36,17 eurocent / kWh |
Opgelet: indien je gebruikt maakt van een publieke laadpaal, dan is bovenstaande tolerantie niet van toepassing!
Indien de wagen eigendom is van de werknemer, zal de reden van de verplaatsing bepalen op welke manier de terugbetaling van de elektriciteit door de fiscus wordt bekeken. Het is dan ook aangewezen om het aantal kilometers bij te houden en hierbij een onderscheid te maken tussen zuivere beroepsverplaatsingen, woon-werkverkeer en privéverplaatsingen. Aan de hand van deze uitsplitsing kan ons kantoor dan zorgen voor een correcte fiscale uitsplitsing binnen de boekhouding.
Fiscaliteit — 20-03-2025
Elektrisch rijden wordt steeds populairder gezien de gunstige fiscale wetgeving. Uiteraard dienen ...
Lees verderFiscaliteit — 22-02-2025
Maaltijdcheques zijn een populair extralegaal voordeel, toegekend als aanvulling op het loon. Ze ...
Lees verderAlgemeen nieuws — 02-12-2024
In 2025 wordt de wettelijke pensioenleeftijd opgetrokken van 65 naar 66 jaar. Dit werd reeds 10 ...
Lees verderBTW — 12-11-2024
Op 1 januari 2025 gaan nieuwe btw-regels van kracht met betrekking tot de ...
Lees verder